Dit model staat voor:
O - Ontwerp. Dit is de voorbereiding. Hierin staat centraal wat de beginsituatie van de leerlingen is. Dus welke ervaring ze al hebben met het lied. Het les doel wordt hier ook in verwerkt. Ook bepaal je hier welke materialen er beschikbaar zijn.
M - Muzikale Opening en inleiding - Hierin staat de opening van de les centraal. Je begint met een leuke muzikale opening waardoor de leerlingen geïnteresseerd en geprikkeld worden. Dit aangesloten aan de leerbehoefte. Vanuit hier bepaal je samen met de leerlingen hoe de les verder gaat verlopen.
K- Kern. In de kern zijn de leerlingen muzikaal actief. De leerkracht heeft een begeleidende rol. Dit zou bijvoorbeeld bij dit onderwerp betekenen dat de leerkracht op dit moment de kinderen het lied aanleert. Hierin staat ook samenwerking centraal.
V- Verwerking - Wanneer de leerlingen denken het lied te beheersen, gaan we in deze fase de leerlingen uitdagen om de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. Het wordt bijvoorbeeld moeilijker gemaakt door bij een bepaald woord te klappen of te draaien.
A- Afsluiting - Hierbij wordt de les afgesloten. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het lied nu helemaal te zingen.
R- Reflectie - Hierin wordt bekeken of het gemaakte lesplan overeenkomt met de doelen die behaald zijn in de praktijk. Hierin wordt ook geëvalueerd over de wat ze van de les vonden.
Bron: Vrolijk, R. (2013). Nieuw geluid. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv
Ik heb deze les ontworpen voor mijn stageklas. Ik loop stage in groep 6a.
Ontwerp:
De kinderen hebben al vaker een lied gezongen, maar nog nooit in canon. Tevens hebben de kinderen dit lied nog nooit gezongen. Het doel van dit lied aanleren is dat de kinderen in canon leren te zingen. Ik heb het digibord nodig als hulpmiddel. Op het digibord zal ik de tekst van het lied projecteren.
Muzikale Opening en inleiding:
Als lesopening vraag ik om alle kinderen te gaan staan en om twee-tallen te maken. Ik leg de kinderen uit dat we in spiegelbeeld gaan bewegen. Vervolgens zet ik een willekeurige muziekje op waarop de nummers 1 gaan bewegen. Kind nummer 2 moet de nummer 1 precies na doen maar dan in spiegelbeeld. Na een minuut wisselen de rollen om, dus dan gaan de nummers 2 de bewegingen bedenken, Na de minuut worden er andere twee-tallen gemaakt en volgt de opdracht nog een keer. Na dit inleidende spel vertel ik de kinderen wat het lesdoel is. Dit is het aanleren van een lied in canon. Ik zal kort uitleggen wat een lied in canon zingen is, hierbij wordt de link gelegd met het bewegen in spiegelbeeld.
Kern:
Nadat we besproken hebben wat we gaan doen, zal ik het liedje voorzingen. Nadat ik het liedje heb voorgezongen vraag ik aan de kinderen of er iets is opgevallen aan de tekst van het liedje. Ik hoop dat de kinderen hierbij zeggen dat alles tegenovergesteld wordt gezegd net zoals het bewegen in spiegelbeeld. Vervolgens laat ik de tekst op het digibord zien. Nu zijn de kinderen aan de beurt. Het refrein is het makkelijkste stuk uit het lied. Ik ga hierna het lied nogmaals zingen waarbij ik vraag of de kinderen het refrein mee willen zingen. Ik zing hierna nog een aantal keer waarbij de kinderen het refrein meezingen. Vervolgens vraag ik aan de kinderen of ze het hele lied met mij mee willen zingen. Wanneer we dit 2 keer hebben gedaan, laat ik de kinderen het lied zelf nog 2 keer zingen.
Verwerking:
Als verwerking wil ik de leerlingen uitdagen om in 2 groepen te gaan zingen. Ik deel de klas hierbij in 2 groepen in. Ik leg uit dat we nu in canon gaan zingen, zoals we hebben gezegd tijdens de lesopening. Er wordt aan beide groepen verteld wie wanneer moet beginnen. Ik zing zelf het hele lied mee en begeleid de leerlingen wanneer ze moeten beginnen. Wanneer dit goed gaat laat ik de groepen wisselen van beginpositie. Als extra verwerkingsopdracht kan ik de kinderen uitdagen om met hun groep de woorden uit te beelden tijdens het zingen. Bijvoorbeeld 'Ik zeg hoog, ik zeg laag' Groep A gaat dan op de tenen staan en groep B gaat door de knieën. Deze verwerking kan alleen worden toegepast wanneer de kinderen het lied goed kunnen zingen in canon.
Afsluiting:
Tot slot laat ik dit lied door jongens tegens de meisjes zingen. Hierbij volg ik dezelfde procedure waarbij ik de kinderen begeleid met het startmoment.
Reflectie:
Als reflectie vraag ik aan de kinderen wat ze van de les vonden. Vervolgens bedenk ik zelf of ik mijn lesdoel heb behaald en of ik me aan mijn lesplan heb gehouden.
Feedback van een medestudent.
Voor deze opdracht heb ik feedback gevraagd van mijn klasgenoot Jara Kieft, klas 1C.
Het lied sluit goed aan bij de leeftijd van de kinderen. Je hebt een goede opbouw in de les verzorgd, waarbij je rekening hebt gehouden met de beginsituatie. De opdracht die je als extra verwerking hebt bedacht is erg leuk. Met een opdracht naast het zingen krijg je kinderen die iets minder actief waren, weer actief bij de les betrokken. Daar heb je goed aandacht aan geschonken. De muzikale inleiding vind ik goed bedacht met het spiegelbeeld, maar misschien had je de inleiding iets muzikaler kunnen maken door meer mondelinge muziek in de opening er bij te brengen. De opening is nu vooral gericht op bewegen. Ik vind de les erg leuk bedacht met een goede differentiatie er in verwerkt, Ik zou de les zelf ook zo willen geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten